Ontwikkelingshulp jarenlang voor Jan Joker gedaan
Na 75 jaar ontwikkelingshulp: Waarom blijft armoede in Afrika bestaan?
Het is bijna ongelooflijk dat we na 75 jaar ontwikkelingshulp de armoede in Afrika nog steeds niet hebben kunnen uitroeien. Gedurende deze decennia zijn miljarden en miljarden euro’s in de regio gepompt. Toch blijft het resultaat mager. Ondanks de goede bedoelingen van duizenden hulporganisaties, zijn de meest fundamentele problemen nog steeds onopgelost. Waarom blijft Afrika zo arm, ondanks de enorme hoeveelheid hulp die het ontvangt?
Inefficiëntie en bureaucratie: de ware bestemming van het geld
De harde waarheid is dat een groot deel van de ontwikkelingshulp nooit bij de mensen komt waar het voor bedoeld is. Een schrikbarend percentage van het geld blijft steken in de bureaucratie van de NGO’s zelf. Ongeveer 30% van de hulp wordt opgeslokt door personeelskosten, administratieve overhead, en projectmanagement. En van de rest komt slechts 5-20% daadwerkelijk terecht bij de mensen in Afrika die het het hardst nodig hebben. Dit is geen kleinigheid, dit is een gigantisch probleem.
Wie houdt er eigenlijk toezicht op al die hulpprojecten? Wie controleert wat er gebeurt met de miljoenen die jaarlijks naar Afrika worden gestuurd? De waarheid is dat niemand dat echt doet. De controlemechanismen zijn ofwel niet aanwezig, ofwel volkomen ineffectief. Er wordt weinig tot niets gedaan om te garanderen dat de miljarden die zijn opgehaald voor ontwikkelingshulp daadwerkelijk het leven van de arme Afrikanen verbeteren. In plaats daarvan worden die miljoenen uitgegeven aan rapporten, vergaderingen, en vooral: salarissen voor de mensen die werken in deze enorme ontwikkelingsindustrie.
De NGO-industrie: een zelfbedieningsloket voor de welvarende elite
Het is moeilijk te ontkennen dat de wereld van ontwikkelingshulp de afgelopen jaren steeds meer een industrie is geworden. NGO-activisten, consultants, en hulpverleners zijn vaak goedbetaalde professionals die werken in een systeem dat zichzelf in stand houdt. Voor velen is het werken in de ontwikkelingshulp een fulltime job met prima salarissen, onrealistische werkdrukken, en eindeloze vergaderingen. Maar voor wie is deze industrie er werkelijk? Voor de mensen die in Afrika lijden of voor de goedbetaalde werknemers van deze hulporganisaties?
De meeste NGO’s in Afrika werken met enorme budgetten, maar de resultaten blijven mager. De leidinggevenden van deze organisaties zijn vaak degenen die het meeste voordeel halen uit de hulpstromen. Ze ontvangen hoge vergoedingen, profiteren van de status en krijgen toegang tot netwerken die hen verder helpen in hun carrière. De werkelijke verandering voor de mensen die het nodig hebben, komt maar in zeer beperkte mate tot stand.
Het is schokkend om te bedenken hoeveel van het geld dat voor ontwikkeling is bestemd, terechtkomt bij consultants, managers, en bestuursleden van de hulporganisaties zelf. En als de resultaten van deze hulpprojecten onder de maat blijven, wordt er gewoon nog meer geld gevraagd. Het lijkt wel een systeem dat geen andere functie heeft dan het in stand houden van zichzelf, terwijl de echte problemen onveranderd blijven.
Corruptie: hoe ontwikkelingshulp dictators rijk maakt
En dan is er de corruptie die overal in Afrika een rol speelt. We mogen niet vergeten dat sommige van de landen die de meeste hulp ontvangen, worden geregeerd door dictators en corrupte regimes. Miljarden euro’s aan hulp verdwijnen in de zakken van leiders die geen enkele interesse hebben in het verbeteren van de levensomstandigheden van hun volk, maar wel in het verrijken van zichzelf. Deze leiders hebben geleerd hoe ze de internationale gemeenschap kunnen bespelen door hulp te vragen en vervolgens het grootste deel van de ontvangen fondsen te verduisteren.
In sommige gevallen worden deze dictators zelfs door de hulporganisaties gefinancierd, terwijl zij ondertussen hun bevolking onderdrukken. Hoe kan het dat de westerse wereld, met al zijn ervaring en middelen, niet in staat is om beter toezicht te houden op deze landen en de juiste mensen verantwoordelijk te houden voor misbruik van hulp?
Water naar de zee dragen: de paradox van ontwikkelingshulp
Als je ooit hebt gewerkt in de advieswereld van ontwikkelingshulp, dan is het bijna onmogelijk om niet te zien dat de werkelijke impact van al die projecten vaak minimaal is. Vaak wordt er water naar de zee gedragen. Er worden veel projecten opgezet, maar ze hebben geen structurele impact op de lange termijn. Een land kan wel duizenden microkredieten verstrekken, maar als er geen stabiel politiek en economisch klimaat is, zal die investering nauwelijks effect hebben.
Deze hulp is symptomatisch in plaats van structuurveranderend. We bieden tijdelijk soelaas zonder de fundamenten van de armoede werkelijk aan te pakken. Wat we vaak zien, is dat projecten te veel gericht zijn op het kortetermijnresultaat en te weinig op het opbouwen van zelfredzaamheid. Hierdoor blijven de Afrikaanse landen afhankelijk van de hulp, wat zorgt voor een vicieuze cirkel die slechts moeilijk te doorbreken is.
Tijd voor radicale verandering
Het is hoog tijd om de manier waarop ontwikkelingshulp wordt georganiseerd radicaal te herzien. 75 jaar van falen zou ons niet tot de conclusie moeten brengen dat hulp niet werkt, maar wel dat we op een andere manier moeten helpen. We moeten niet langer geld blijven sturen naar inefficiënte bureaucratieën en organisaties die de handen wassen in ondoorzichtige systemen.
Laten we de echte problemen erkennen: corrupte regimes, inefficiënte hulpstructuren, en de gebrekkige controle over de besteding van geld. Alleen door een fundamentele herziening van onze hulpstrategie kunnen we Afrikaanse landen helpen om zich werkelijk te ontwikkelen, zonder hen afhankelijk te maken van buitenlandse hulp. We hebben geen water naar de zee nodig, maar een structurele, duurzame aanpak die daadwerkelijk ten goede komt aan de mensen die het het hardst nodig hebben.
Conclusie
We hebben genoeg van de onzin van de afgelopen decennia. Het is tijd om de manier waarop we naar ontwikkelingshulp kijken te veranderen. De miljarden die zijn opgehaald voor deze hulp moeten daadwerkelijk bijdragen aan verandering, niet aan bureaucratie en persoonlijke verrijking. Alleen dan kunnen we hopelijk een echte doorbraak realiseren en armoede in Afrika eindelijk achter ons laten.